PDF Opties

Bijlage II Risico's en onzekerheden

In de Jaarstukken 2023 treft u -in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing- een integrale risicoparagraaf aan. De solvabiliteit blijft met name door voorschotten van Rijk op specifieke uitkeringen op niveau ten opzichte van vorig jaar. Het perspectief is dat deze door benutting van de voorschotten en door grote investeringen de komende jaren gaat dalen. De Voorjaarsnota is opgesteld in een roerige tijd met veel risico’s en onzekerheden. Op de belangrijkste zaken gaan we onderstaand puntsgewijs in.

  • De voorgenomen korting van het Gemeentefonds vanaf 2026 hangt de gemeenten nog steeds boven het hoofd. De besprekingen voor een nieuwe regering zijn nog niet zodanig gevorderd dat hier al een andere inzichten over zijn.

  • Vanaf 2026 heeft het Rijk de gebruikelijke wijze van groei en krimp van het gemeentefonds (trap-op, trap-af) uitgezet. In de meicirculaire 2023 is aangekondigd dat vanaf 2027 het gemeentefonds weer kan groeien (of krimpen) op basis van het BBP (Bruto Binnenlands Product). De reden die het Rijk voor de nieuwe systematiek aangeeft, is dat ze duidelijker meerjarig willen ramen met minder onvoorspelbare fluctuaties. Dit heeft echter ook gevolgen voor de financiële positie van gemeenten. Doordat de vraag naar zorg en daarmee de kosten van de zorg sneller stijgen dan het BBP, neemt de omvang van de uitkering van het gemeentefonds niet even snel toe als de gemeentelijke kosten. Dat zet de begroting daarmee onder druk. Het Rijk heeft voor 2026 wel een incidentele bijdrage aan het gemeentefonds toegekend, maar daar geen groei aan toegerekend. Het Rijk slaat dus een jaar over in de systematiek wat een langjarig effect heeft. Dit effect is nu al te zien.

  • De jeugdzorg kosten zijn tot op heden niet beheersbaar gebleken en laten een veel hoger groeipercentage zien dan de rest van de begroting. Het gevolg is dat de begroting inmiddels negatiever is dan de korting die het Rijk vanaf 2026 wil doorvoeren op de algemene uitkering.

  • Het risico bestaat dat door de dubbele vergrijzing (steeds meer mensen worden oud en oude mensen worden steeds ouder) de groep ouderen in omvang toeneemt. De vraag naar maatschappelijke ondersteuning , wat een beroep legt op mantelzorgers, vrijwilligers en de gemeente. Wat de effecten daarvan zijn, ook in relatie tot ontwikkelingen op het gebied van de eigen bijdrage, zijn nog niet in inzichtelijk.

  • De ruimte in de stelpost loon-prijsontwikkeling (LPO) is op. In de meicirculaire moeten er dan ook middelen bijkomen om komende prijsstijgingen in salarissen, investeringen, gemeenschappelijke regelingen en subsidiepartners op te vangen. De meicirculaire kan hier naar verwachting voor een deel in voorzien, maar of alle prijsverhogingen van dekking kunnen worden voorzien is hoogst onzeker.

  • We zien we dat de rente op de kapitaalmarkt iets stijgt, waardoor het aantrekken van kapitaal duurder wordt. Veel zal afhangen van de verdere ontwikkeling van de inflatie. Als de Europese Centrale Bank (ECB) op enig moment concludeert dat verdere renteverhogingen nodig zijn om de inflatie af te remmen, kan dit naar de toekomst voor extra financiële opgaven leiden.

  • De gemeente staat in de woningbouwontwikkeling voor uitdagende vraagstukken. Met name de binnenstedelijke ontwikkelingen zoals Wheermolen Oost en het Waterlandkwartier zijn kostbaar. We verwachten een vergelijkbaar beeld voor gebiedsontwikkeling De Koog. Tegelijkertijd hebben we op korte termijn minder middelen beschikbaar, omdat er minder gronden worden uitgegeven op de Baanstee Noord door de stroomproblematiek.

  • We zien uitdagingen op de arbeidsmarkt, waardoor onze organisatie zo nu en dan kwetsbaar is. Zeker op schaarse specialismen die cruciaal zijn voor de ontwikkelingen. Het zijn functies die in Nederland heel moeilijk te vervullen zijn, zelfs op de inhuurmarkt.

Naast de risico’s zijn er ook kansen. In de afgelopen periode zijn er op veel dossiers subsidies binnengehaald. We blijven actief en alert op subsidiemogelijkheden. Met de Investeringsagenda hebben we een instrument en middelen om ook de vaak benodigde cofinanciering richting de partners aan te tonen. Ook zijn we succesvol in kostenverhaal waardoor ontwikkelaars meebetalen aan nieuwe voorzieningen, die nodig zijn voor de groei van de gemeente, zoals de nieuwe parkeergarage, aanpassingen op het van mobiliteit en de versterking van de parken.