Geachte leden van de gemeenteraad,
Voor u ligt de Voorjaarsnota van de gemeente Purmerend voor het jaar 2024. Het college presenteert dit jaar een Voorjaarsnota die door de blijvende onzekerheid over de gemeentefinanciën vanuit het Rijk een ander karakter heeft dan andere jaren en in feite uit 2 delen bestaat.
Het eerste deel is de reguliere Voorjaarsnota, waarin de begroting wordt geactualiseerd en de keuzes worden voorgesteld die het college ter besluitvorming voorlegt voor de lopende en komende begroting. In dit onderdeel zien we dat we nog steeds stevig groeien als gemeente. Maar de krappe arbeidsmarkt, toenemende taken voor de gemeente en een financieel onzekere toekomst maken dat we voor uitdagingen worden gesteld. Hier lichten we de belangrijkste ontwikkelingen en keuzes toe die we als college aan de gemeenteraad voorleggen. De blijvende onzekerheid vanuit het Rijk over de gemeentefinanciën maakt dat we mogelijk moeten voorsorteren op maatregelen vanaf 2027.
Het tweede deel is bijlage I, hierin presenteren we de scenario’s voor de toekomst, zoals toegezegd door het college. Deze scenario's vormen de voorbereiding op een ander financieel speelveld.
De opgaven in de gemeente zijn fors
Het college constateert dat de gemeentelijke opgaven fors zijn. Dat maakt het des te wranger dat er minder bijdrage vanuit het Rijk in het vooruitzicht ligt. We zien dat het takenpakket en de verantwoordelijkheden van gemeenten al jaren uitbreiden en dat nog altijd doen. Ook zien we dat de samenleving in een rap tempo verandert en de opgaven daarmee anders worden. Binnen onderwerpen als eenzaamheid, preventie en veiligheid zien we ontwikkelingen waar we als gemeente op mee moeten bewegen. Het nog altijd grote tekort aan woningen maakt dat we als gemeente, in samenwerking met onder andere de woningcorporaties, een forse en een complexe bouwopgave hebben in een verdichtende stad en een polder met dubbel Uneso Werelderfgoedstatus. Aanvullend doet het Rijk ook een beroep op gemeenten om vluchtelingen van oorlog, geweld of vervolging in een veilig onderkomen te voorzien.
Woningbouwprojecten hebben niet meer de wind in de rug en met de veranderende omstandigheden op de woningmarkt neemt de rol van de gemeente toe. Die komt bovenop de vervangingsopgave in de openbare buitenruimte en het opwaarderen van verschillende gebieden en de parken in de gemeente. We bouwen per slot van rekening niet alleen woningen met stenen, we bouwen aan een samenleving. We willen onze gemeente tegelijkertijd ook toekomstbestendig maken en een kwaliteitsimpuls geven: door aandacht te besteden aan mobiliteit, versterken voorzieningen, ruimte voor de natuur en het verstevigen van de lokale economie en arbeidsmarkt. We ontwikkelen de binnenstad en de bedrijventerreinen verder door, maar we lopen hierbij bijvoorbeeld tegen capaciteitsproblemen aan van het energienet en een ander investeringsklimaat. Het is maar een greep uit de opgaven die spelen in onze dagelijkse leefomgeving en waar we mee te maken hebben bij het bouwen aan een toekomstbestendige gemeente.
Brede veiligheid
Er ligt een brede opgave op het gebied van veiligheid. Daarom maken we keuzes in de Voorjaarsnota die hierop aansluiten en waarmee we inzetten op een veilige gemeente. We zien een urgente opdracht rondom de raakvlakken tussen jeugd, zorg en veiligheid. De geweldsincidenten zijn merkbaar en voelbaar in de gemeente. De incidenten maken dat er een gevoel van onveiligheid is ontstaan. We zien daarin dat minderjarigen vaker betrokken zijn bij dit soort incidenten en dat slachtoffers ook vaak daders zijn. De opgave rondom de jeugd moet in samenhang worden bekeken met onder andere onderwijs, jeugd(zorg), armoedebeleid, informele netwerken en sport. Dat maakt dat er een stevige aanpak nodig is in goede samenwerking met alle (maatschappelijke) partners in de veiligheidsketen. Het college stelt deze Voorjaarsnota daarom onder meer voor om meer formatie vrij te maken en daarmee de samenhang en samenwerking in de hele ‘veiligheidsketen’ te verstevigen.
Maar veiligheid raakt meer onderdelen van de gemeente: de fysieke veiligheid, ondermijning, informatieveiligheid (zoals phishing en cybersecurity) en privacy zijn onderdelen waar extra inzet op nodig is. We zien een toename van het aantal wettelijke taken en de aandacht voor nieuwe thema’s die voortkomen uit de rappe digitalisering. Inwoners mogen van de gemeente verwachten dat wij veilig en zorgvuldig omgaan met gevoelige gegevens die zij ons toevertrouwen. Digitalisering maakt dat dienstverlening ook steeds meer digitaal aangeboden wordt en waarvoor veiligheidseisen en privacywetgeving geldt. Het betekent dat we ons als gemeente ook dienen te verdedigen tegen cyber- en phishingaanvallen, die grote gevolgen kunnen hebben voor de dienstverlening.
Meer opgaven in een krappe arbeidsmarkt
De opgaven van de gemeente nemen al jaren toe, ook in relatie tot de ambtelijke capaciteit en de beschikbare financiën. Met een arbeidsmarkt die krap is en uitblijvende financiële duidelijkheid vanuit het Rijk maakt dat dit steeds meer begint te knellen. Het betekent dat de groei die overal merkbaar is in de gemeente, in de maatschappelijke voorzieningen en in de ambtelijke capaciteit geen vanzelfsprekendheid meer is. De ruimte in de stelpost loon-prijsontwikkeling (LPO) is op en daardoor is er een tekort voor alle indexeringen. De ruimte in de overige stelposten (de groei van de gemeente en de investeringsagenda) neemt af. Als gemeente dienen we ons daarom meer dan ooit af te vragen hoe we op maatschappelijke ontwikkelingen inspelen. Met minder geld in het vooruitzicht, het moeilijk kunnen vervullen van vacatures, en de blijvende financiële onzekerheid vanuit de Rijksoverheid, betekent het dat nadenken over de rol van de gemeente en de taken die daarbij horen steeds meer nodig is.
Investeren in het maatschappelijke veld
Ten tijde van deze Voorjaarsnota zien we dat investeringen nodig zijn in het maatschappelijk veld. De beweging naar het voorveld is ingezet, waarbij er meer nadruk ligt op de nabijheid en de kracht van het eigen netwerk. Daarom is, juist in tijden van vereenzaming en toenemende jeugdzorg, het welzijnswerk van groot belang. Het zichtbaar zijn, het ontmoeten in de wijken en buurten en via sport en cultuur blijft belangrijk. We verwachten dat dit de komende jaren alleen maar belangrijker wordt. We kiezen er daarom voor om, ook dit jaar, te blijven investeren in maatschappelijke organisaties. Het is met de beperkte middelen moeilijk om de stijgende kosten op te vangen. Desondanks kiest het college ervoor om de indexering van deze organisaties, die zo belangrijk zijn voor onze gemeente, mee te laten groeien met actuele landelijke indices. Het tekort in de begroting en het beroep op de toekomstscenario’s stijgt hierdoor.
Toename van de kosten jeugd
In de jeugdzorg zien we al langere tijd een toename in de kosten. Die ontwikkeling is niet alleen aan Purmerend voorbehouden, maar speelt landelijk. Het komt niet omdat er meer jeugdigen in de zorg zitten, maar omdat de trajecten steeds langer en duurder worden. Het verschil tussen de Rijksbijdrage en de kosten die de gemeente maakt blijft toenemen. Met de nota Jeugdzorg hebben we de beleidsmatige voorbereidingen getroffen en de richting van een nieuwe koers uitgezet: de jeugdzorg moet anders worden georganiseerd. We zetten de komende jaren in op het meer normaliseren om te voorkomen dat de aanspraak op zware jeugdzorg nog verder toeneemt. Voor nu is het wel nodig om het tekort dat is ontstaan, de komende jaren structureel te financieren. Maar om de ingeslagen koers binnen de jeugdzorg kracht bij te zetten, stelt het college voor om een taakstelling op te nemen in de begroting. De taakstelling betekent dat we vanaf nu vaker ‘nee’ moeten zeggen, moeten indiceren met het oog op het budget en meer een beroep doen op het netwerk van jeugdigen. Zoals in onze jeugdnota staat zullen kwetsbare kinderen die jeugdhulp nodig hebben, ondersteuning ontvangen. Dit betekent niet altijd specialistische jeugdhulp maar ook andere vormen van ondersteuning.
Opgaven in de bestaande en toekomstige gemeente
In 2023 zijn er 222 woningen opgeleverd, en zijn er ook voorbereidingen getroffen voor lopende en toekomstige gebiedsontwikkelingen die de komende jaren van start gaan of al zijn gestart. Met de groei van het aantal inwoners is het van belang dat ook onze voorzieningen meegroeien. Dat doen we door te investeren in de bereikbaarheid en de leefbaarheid, grotendeels via de investeringsagenda. Het zijn investeringen in scholen, het Leeghwaterbad, de sportzalen, mobiliteit, de parken (het Kooimanpark, Park de Noord en het Leeghwaterpark) en de binnenstad. Ook dit jaar is de investeringsagenda weer een onderdeel van de Voorjaarsnota en de begroting. In de bestaande gemeente zijn we druk bezig met de vervangingsopgave in het kader van het IBOR. We vervangen de komende jaren vele straten, bruggen en kunstwerken.
We hebben veel plannen, zowel in de bestaande als de toekomstige gemeente. Dat knelt steeds vaker in de ambtelijke organisatie, zoals op het gebied van mobiliteit en verkeer. Dat is niet alleen aan de gemeente voorbehouden; de beschikbare capaciteit in de markt maakt ook dat we niet in staat zijn om alle investeringen waarvoor geld is gereserveerd in de begroting en de investeringsagenda tijdig uit te geven. Een blijvende onzekere financiële toekomst maakt dat we opnieuw kijken naar de investeringen die we doen. De vrijgekomen kapitaallasten als gevolg van vertraagde investeringen kan worden gebruikt om ruimte te creëren in de begroting. Richting de begroting werken we dit verder uit en leggen we dit ter besluitvorming aan de gemeenteraad voor.
Blijvende onzekerheid over de gemeentefinanciën
De aangekondigde onzekerheid vanuit het Rijk over de gemeentefinanciën blijft bestaan. Er is nog altijd geen duidelijkheid over het vervallen van de geïntroduceerde opschalingskorting vanaf 2026 (circa € 3 miljoen voor Purmerend). Er zijn signalen dat het demissionaire kabinet de opschalingskorting nog een aantal jaar bevriest met de meicirculaire, maar dat is nog allerminst zeker. De formerende partijen hebben hier nog geen duidelijkheid over gegeven.Ten tijde van het schrijven van deze Voorjaarsnota blijft deze zekerheid of extra compensatie vanuit het Rijk vooralsnog uit, en die onzekerheid vormt een belangrijk kader voor de keuzes die worden voorgesteld. Conform het begrotingsadvies van de VNG lukt het om voor het lopende jaar en de jaren 2025 en 2026 de begroting sluitend te krijgen. In de jaren daarna loopt het tekort verder op naar een tekort van circa € 11,5 miljoen. Dat is inmiddels meer dan de korting op de algemene uitkering. Dit komt met name door de groei van de uitgaven jeugdzorg. Dat is zorgelijk.
(+/+ = voordeel en -/- is nadeel, bedragen x € 1.000) | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|
Stand begroting 2024 (inc. 1e wijziging) | 354 | 394 | -10.374 | -12.712 | -12.712 |
12e wijziging primitieve begroting 2023 (raadsbesluit 1588459): aanvullend krediet Zwembad | - | 175 | - | - | - |
2e wijziging op de primitieve begroting 2024 (raadsbesluit 1589249): Najaarsnota 2023 | 195 | 194 | 190 | 3.656 | 3.656 |
A. Vertrekpunt Voorjaarsnota 2024 | 548 | 763 | -10.183 | -9.056 | -9.056 |
B. Voorstellen op basis van eerder besluitvorming college en raad | -85 | -85 | -85 | -85 | -85 |
C. Jaarrekening effecten 2023 | 3.699 | 1.990 | 1.290 | 1.190 | 490 |
D. Autonome ontwikkelingen | -4.869 | -3.124 | -3.962 | -4.753 | -3.588 |
E. Indexering | -627 | -1.254 | -1.145 | -462 | -462 |
F. Groei van de gemeente (formatie) | -297 | 62 | -15 | 40 | 15 |
G. Investeringsagenda | - | -193 | 290 | 465 | 184 |
H. Dekkingsplan | 1.690 | 1.852 | 13.854 | 1.731 | 575 |
Stand Voorjaarsnota 2024 (beschikbare ruimte) | 59 | 10 | 43 | -10.930 | -11.927 |
Belangrijk daarbij is te melden dat de stelpost loon- en prijsontwikkeling helemaal leeg is. In de meicirculaire moeten er dan ook middelen bijkomen om prijsstijgingen in salarissen, investeringen, gemeenschappelijke regelingen en subsidiepartners op te vangen. Met de informatie van nu verwachten we de begroting in november sluitend te krijgen, mits er afdoende loon- en prijscompensatie in de meicirculaire komt.
Scenario’s voor de toekomst
De gehoopte duidelijkheid over de financiën blijft vooralsnog uit. Boven de markt hangt nog altijd het mogelijk vervallen van de opschalingskorting, extra compensatie rond de meicirculaire en verdere bezuinigingen van het Rijk. Nu deze beslissingen uitblijven of onzeker zijn sorteren we daarop voor. Het college stelt daarom voor om voor het jaar 2026 een incidenteel dekkingsplan in te zetten om het begrotingsjaar sluitend te krijgen. Dat geeft tijd om de duidelijkheid uit Den Haag, waarvan wij hopen dat die snel komt, af te wachten en voor die tijd nog geen onomkeerbare besluiten te nemen. Als de duidelijkheid vanuit het Rijk uitblijft of er geen extra compensatie komt zijn er voor de jaren 2027 en 2028 keuzes nodig. Door het incidentele dekkingsplan is er extra tijd om het gesprek over de toekomst van onze gemeente zorgvuldig te voeren, zodat u bij de Voorjaarsnota 2025 keuzes kunt maken.
Om dit gesprek zorgvuldig te voeren heeft het college van B&W inzichtelijk gemaakt hoe eventuele tekorten vanaf 2027 kunnen worden gedekt, zoals toegezegd bij de behandeling van de Programmabegroting vorig jaar. Die toekomstscenario’s en de onderliggende maatregelen vindt u in bijlage I. Het geeft een beeld van de mogelijke opties die het college ziet. Het college is zich ervan bewust dat het tekort vanaf 2027 iets betekent voor de toekomst van onze gemeente. Er zitten ombuigingen in die merkbaar zullen zijn in de samenleving, de leefomgeving en het dienstverleningsniveau. Deze Voorjaarsnota is daarmee de eerste aanzet voor het gesprek over de scenario’s, dat we de komende periode blijven voeren. Hoe wij dat gesprek voor ons zien, vindt u in het voorstel in deze bijlage.